Overdenkingen

Hier verschijnt iedere maand de overdenking uit NieuwsBRON, het kerkblad van onze gemeente.

 

Overdenking

Augustus 2017 - Arie Constandse en Wim Lolkema

Hanny de Bel-Vos over Psalm 66

Arie Constandse en Wim Lolkema hadden op 21 augustus een boeiend en persoonlijk gesprek met Hanny de Bel over een Bijbelgedeelte dat haar zeer lief is. En over haar geloof. Hanny is halverwege de vijftig en een echte Krabbendijkse. Ze is groot geworden binnen de Gereformeerde Gemeente. Haar ouders hebben haar met liefde en uit volle overtuiging opgevoed binnen dit kerkgenootschap. Hanny kreeg daardoor veel geloof mee, maar ook een stevig besef van zondigheid. En de gedachte dat Gods Liefde er voor een beperkte groep gelovigen is.

 

In haar tienertijd kwam er door omstandigheden een verandering. Toen werd ze door haar huwelijk (op vrij jonge leeftijd) lid van de Krabbendijkse Hervormde Gemeente. En daar heersten andere opvattingen dan binnen de Gereformeerde Gemeente. Het verschil zat ‘m onder andere in het denken over het Heilig Avondmaal. Van huis uit had ze meegekregen dat er alleen toegang tot het Avondmaal is voor hen die waarachtig bekeerd zijn. Maar ds. Teunissen (predikant te Krabbendijke van 1983 t/m 1993) droeg het geloof uit dat de Maaltijd van de Heer juist is bestemd voor zondaren! Bij die laatste opvatting voelt Hanny zich het beste thuis. Er ontstond toen een spannende situatie. Hanny’s hemelse Vader zei vanuit zijn grote Liefde JA en nodigde haar uit tot de Maaltijd. Maar haar aardse moeder zei, vanuit haar oprechte geloof, juist NEE. Doe dat niet! Hanny herinnerde zich in die spanning het aloude gebod: Eer uw vader en uw moeder en heb God lief boven alles! En dat gaf tenslotte de doorslag.

 

En toen, tegen de eeuwwisseling, werd ze ernstig ziek. Terugkijkend op die ingrijpende fase in haar leven zegt ze nu: het was een heel moeilijke èn ook een gezegende tijd. Hanny ging door diepe dalen maar ontdekte in die periode ook de waarde en de kern van haar geloof. In die tijd beluisterde ze thuis kerkdiensten via het aloude cassettebandje. En zo was er op een zondag een dienst met de viering van het Avondmaal. Ze herinnerde zich wat ze binnen de Hervormde Gemeente had meegekregen: het Avondmaal is er voor zondaars! En in het jaar 2000 nam ze (inmiddels in De Meiboom) voor de eerste keer deel aan het Avondmaal. Dat was een ongelofelijke ervaring. Ze wist dat ze dit aan God Zelf had beloofd.

 

Tijdens de eerste kerkdienst die ze na haar periode van ziek-zijn meevierde, werd Psalm 66: 7 gezongen in de nieuwe berijming:

De naam des Heren zij geprezen! Hij, die getrouw is en nabij,

heeft mijn gebed niet afgewezen. De Heer is goed geweest voor mij.

Of, zoals de Bijbel in Gewone Taal het zegt, de Vertaling waarbij Hanny zich het beste thuisvoelt - Psalm 66: 20: Laat iedereen God danken, want hij heeft mijn gebed gehoord. Hij was goed voor mij!

In deze Bijbelverzen kwam voor Hanny alles samen: de moeilijke periode die achter haar lag en de waarde van het gebed in die tijd. De ervaring van Gods goedheid en nabijheid waarvoor Hem alle lof toekomt. Het gaat hier over Gods goedheid voor mij en over mijn gebed. Maar wat in het eerste gedeelte van de Psalm opvalt is dat heel de aarde wordt opgeroepen tot het grootmaken van Gods Naam. Iedereen moet voor Hem knielen en zingen! En Hanny gunt dan ook iedereen de ervaring van zijn goedheid. Die gedachte verbindt ze met haar eigen toekomst, vanuit het besef dat haar leven eindig is. Als ooit, ergens in de toekomst, zij voor de laatste keer haar ogen sluit, dan mag, nee moet in de afscheidsdienst Psalm 66: 7 klinken. Zodat bij die gelegenheid iedereen de liefde van God bezingt. Op die manier zal dit vers voor velen een bron van inspiratie en bemoediging zijn. Van grote betekenis zijn voor Hanny ook woorden van de apostel Paulus uit Romeinen 8: Wij horen bij Christus en Christus houdt van ons. En door alles heen ervaart zij telkens weer dat er heel veel mooie en goede dingen zijn.

 

Ons gesprek op 21 augustus was heel intens. We hoorden niet alleen het diepe geloof van Hanny maar voelden het ook. En hoewel zij op geloofsgebied een andere weg is gegaan dan haar inmiddels overleden moeder, spreekt ze wel met veel liefde en respect over haar: moeder gaf haar mee wat zij, vanuit haar achtergrond, belangrijk en waardevol vond. Maar tegelijkertijd geldt wat mij (WL) betreft ook wat ooit Geert Boogaard schreef in zijn ‘Gedicht voor ons kind’: Je moet ons niet worden. Je moet jezelf worden. Je moet worden waarheen je wijst: je eigen wonder. En zo is het gegaan: Hanny is haar eigen wonder geworden.

 

Dank je wel, Hanny, voor dit bijzondere en openhartige gesprek!

Arie Constandse en Wim Lolkema


 

Archief