Hier verschijnt iedere maand de overdenking uit NieuwsBRON, het kerkblad van onze gemeente.
April 2017 - ds. W. Lolkema
Volhouden!
Tijdens de Paaswake in De Levensbron las ik, als meditatief moment, een verhaal van mijn collega Dirk Strasser uit het tijdschrift Open Deur van alweer heel wat jaren geleden. Het sprak me aan.
En van verschillende kerkgangers in de Paaswake kreeg ik een positieve reactie.
Genoemde Dirk Strasser is predikant / geestelijk verzorger. Hij werkte destijds in een psychiatrisch ziekenhuis in Eindhoven. Zijn Paas-ervaring doet me denken aan de pastorale stage die ikzelf in 2005 liep in Zon & Schild te Amersfoort. Die stage was een onderdeel van de drie maanden-training Klinische Pastorale Vorming. Het pastoraat in zo’n ‘setting’ is heel puur. Heel kleinschalig. En vaak bijzonder verrassend.
De prachtige tekst van Dirk Strasser heeft als titel: Volhouden met flarden en vlagen.
Paasmorgen in een psychiatrisch ziekenhuis. Zoveel mogelijk mensen zijn naar huis, om daar de Paasdagen door te brengen; dagen die meestal lang en leeg blijken te zijn.
Hier in huis hebben we naar de Paasdagen toegeleefd. Stapje voor stapje. Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag: een wisselend groepje kerkgangers gaat mee op weg. Op de Paasmorgen zijn ze er wéér. De kapel is stampvol. Natuurlijk liggen er nog meer mensen in hun bed dan er hier zijn, maar tóch!
Uit alle hoeken van het huis komen ze, geduwd in de rolstoel of zelf op pad. Sommigen met begeleiding omdat ze nog niet alle vrijheid hebben, anderen met een paar afdelingsgenoten die elkaar hebben opgepord. Jong en oud, druk en schuw, tussen achttien en tachtig. Merendeels mensen die buiten niet op zouden vallen. Maar of ze buiten het ziekenhuis ook naar de kerk zouden gaan? De drempel naar deze kapel is laag en ze weten dat het hier om hèn gaat. Ze komen Pasen niet vieren als patiënt, maar als mens. Als mens die weet wat vallen en opstaan is, die weet wat duisternis is en hoe lang dat kan duren. Dat geeft verbondenheid.
En hoe verschillend hun verhalen ook zijn, één ding hebben ze gemeen: ze hebben littekens op hun ziel. Ze weten van verdriet en wat het kost om dat een plaats te geven. Maar…zielig zijn ze niet!
Vlammetje
Paasmorgen. Alles is donker in de kapel. We spelen de paasnacht. Iedereen heeft een kaarsje gekregen. Enkele zinnen uit het begin van Genesis klinken. Lange lezingen kunnen hier niet. Hoeven ook niet. Woorden van chaos en duisternis klinken - doodstil is het. We weten waar we het over hebben. Het kruisteken wordt met wierookkorrels in de paaskaars gezet. Op het kruis ontkiemt het licht. Bevend gloeit het vlammetje. Zal het houden? Ik roep de lof van het licht en van de verrezen Heer. Met de zware kaars ga ik door de kapel. Vanaf de hoeken van de rijen golft het licht langzaam uiteen. Mensen die anders nooit naar elkaar omzien, geven elkaar nu het licht in de ogen.
Ik sta weer voorin en drink in wat ik zie. Net zal ik het paaslied aankondigen of iemand begint al te zingen: Stille nacht, Heilige nacht,… Iemand anders roept: Sst…!! Er wordt gelachen. Even aarzel ik, dan zing ik mee - voorzover mijn ontroering het toelaat.
Ik weet het weer, wij weten het weer: hoe de rode draad van Kerst via het Kruis naar Pasen doorloopt en nog verder: tot in hun eigen leven en in het mijne. Natuurlijk leerde ik vroeger wel dat ooit alle feesten op één dag werden gevierd, maar hier gebéurt het! Hier krijgt de eeuwenoude geloofsleer vlees en bloed. De grote woorden van menswording, kruis en opstanding, van wanhoop en hoop, die worden hier - soms even - waar. Het leeft. HIJ leeft!! Misschien had ik mijn geloof al lang verloren als zij - deze kerkgangers - het mij niet gaven.
Hoe houd je het vol? Zij en ik? Door momenten als dit. Zo’n Paasmorgen waarop het vonkt. We helpen elkaar te geloven. Stuk voor stuk zijn dit (bijna allemaal) mensen die weinig te vieren hebben. Maar hier ervaren al die éénlingen iets van gemeenschap. (…)
Zo maar een paar flarden heb ik hier getekend, zoals kracht ook bij vlagen komt. Eén ding is duidelijk: het vuur dat warmt, komt van de overkant. Het zit niet in jezelf. Het wordt je aangereikt - door een ander die dat vaak zelf niet eens beseft. Wie oor heeft voor de taal van het geloof zal zeggen: HIJ is opgestaan en geeft de richting aan. En wie het ziet, geeft het door. We zijn voor elkaar een opstandingsbericht!
Ds. W. Lolkema