Hier verschijnt iedere maand de overdenking uit NieuwsBRON, het kerkblad van onze gemeente.
November 2015 - ds. W. Lolkema
Alles blijft niet zoals het was
Lucas 21: 6 en 8 en Romeinen 8: 18 en 22
Jezus staat met zijn leerlingen op het tempelplein. ‘Kijk eens, wat hebben we toch een prachtige tempel! Geweldig!’ De stenen waarmee de tempel is opgebouwd zijn machtig-groot, stevig en sterk voor vele jaren. Koning Herodes heeft ‘m verfraaid, waarschijnlijk tot zijn eigen meerdere eer en glorie… En er hangen cadeautjes in voor God, als bewijs van dankbaarheid voor een genezing of een andere verkregen gunst. Het is een feest om daar te zijn! Maar.… Lucas schrijft zijn Evangelie vermoedelijk wel op een moment dat er van de tempel vrijwel niets meer over is. Want nog in de tweede helft van de eerste eeuw zal de tempel verwoest worden.
En terwijl de leerlingen van Jezus wat staan te praten over de tempel, zegt Jezus dat ook:
‘Wacht maar af! Over een X-aantal jaren is deze tempel verwoest.’ Dat kunnen de leerlingen zich natuurlijk niet voorstellen. Verwoest? Hoe kan dat nou? Die tempel, daar ontmoeten de mensen hun Heer en hun God! En in het leven van de gelovige jood is het een hoogtepunt om daar één keer in een mensenleven te zijn. Op die plek, vol van vroomheid. En toch.… zal het ooit op een dag voorbij zijn met dit indrukwekkende gebouw.
Je denkt soms bij jezelf: wat er is, zal wel altijd zo blijven. Maar ineens is het leven van je man of je vrouw, je vader of je moeder of je kind voorbij. Misschien zag je het al lang aankomen. Misschien ook gebeurde het plotseling. Ineens was er dat ene telefoontje en je was er niet op verdacht en de aarde zonk als het ware weg onder je voeten. Je zweefde. Of het gebeurde terwijl je er met je neus bovenop stond, maar er was niets meer aan te doen.
Nee, zegt Jezus. Alles zal niet blijven zoals het ooit was. De vroege christenen gaan het heel zwaar krijgen. Bepaalde mensen zullen zich gaan uitgeven voor nieuwe godsdienstige leiders.
Ik ben het! – zegt er één. Dat klinkt gewichtig. Het doet denken aan God Zelf die zich noemde: Ik ben die Ik ben. En aan Jezus die van zichzelf zei: Ik ben het brood des levens en Ik ben het licht der wereld. Ik ben het! Iemand zal dat zeer gewichtig zeggen – zegt Jezus – maar geloof hem of haar niet.
Je wordt alleen maar misleid. Er staat nog van alles en nog wat te gebeuren. Alles zal NIET blijven zoals het altijd was.
En dat wist de apostel Paulus ook toen hij zijn magistrale Romeinenbrief schreef. Dat deed hij trouwens bijna 25 jaar voordat Lukas zijn Evangelie schreef. Hij ziet om zich heen hoe christenen vervolgd worden. Maar hij zegt ook: het lijden van deze tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard wordt. Dus kijk naar alles wat er om je heen gebeurt – en natuurlijk gebeurden er in die tijd ook mooie dingen! – kijk naar wat er gebeurt en ontdek en onthoud dat er iets nog veel mooiers zal komen. Na lijden komt luister. Na pijn komt overwinning. Na zinloosheid komt er nieuwe zingeving!
Maar het is – zegt Paulus - als met een vrouw die op het punt staat te bevallen van haar kind. En de aanstaande vader is er hopelijk ook bij en hij staat ijverig mee te puffen. De vrouw heeft het zwaar. En de verloskundige en de vader staan erbij en ze zeggen: hou vol! We zien het hoofdje al! Blonde haartjes.
Nou, zegt Paulus. In DIE fase van de geschiedenis bevinden wij ons. Hij zegt er niet bij hoe lang die fase zal gaan duren. Dat wist hij waarschijnlijk ook niet. Misschien rekende hij wel met een heel spoedige terugkeer van Jezus op deze aarde. Maar hij wist wel: zoals het nu is, zo blijft het niet! De periode van de barensweeën zal worden gevolgd door de grandioze vreugde om de geboorte van een nieuwe wereldburger. Je kunt als vader of moeder je geluk niet op. Je staat of ligt tegelijkertijd te lachen en te huilen. Want dit, de komst van deze baby – dit is pure emotie.
Ook het gemoed van de vader lijkt wel totaal in de war. Onze beide kinderen werden allebei geboren op een zaterdag. Echt een dag voor de geboorte van domineeskinderen, vindt u niet? Beide keren zat ik toen in het holst van de zaterdagnacht nog een preek af te maken, de hele planning was natuurlijk in de war! Maar wat kon het me schelen? We waren immers moeder en vader geworden!! Voor de eerste of de tweede keer. Dat gevoel overheerst alles.
Kijk, zegt Paulus. Dat bedoel ik nou. Alles blijft niet zoals het al jaren was. Dat denk je misschien soms wel, maar neem van mij aan: voortdurend is de schepping en is de geschiedenis in beweging. En het gaat ergens heen. God komt tot zijn doel met deze aarde. En op een dag zullen we het weten: we zijn kinderen van God. We worden met ons lichaam verlost van ons sterfelijk bestaan. We worden – zegt Paulus in de tweede Corinthe-brief – we worden een nieuwe schepping.
Daar staan we nu aan het einde van het kerkelijk jaar bij stil. We staan als het ware op onze tenen, zoals kinderen die proberen thuis over de schutting te kijken. Want daarachter heb je een nieuwe en onbekende wereld. Het is de wereld van God. En zij die ons door de dood zijn ontvallen zijn ons daarheen voorgegaan. En wij mogen volgen.
En als het in de toekomst goed komt met onze overleden geliefden – en als het nu al goed met hen is – en als het goed komt met deze aarde – dan zal het ook goed komen met onze persoonlijke toekomst. Met ons eigen verdriet, onze dankbaarheid en onze weemoed. En dus ook met al onze eigen onzekerheden.
Alles blijft niet zoals het was, zegt Jezus. Maar wees standvastig, ook in moeilijke tijden.
Alles blijft niet zoals het was, zegt Paulus. Maar.… het zuchten van nu zal worden gevolgd door een intense blijdschap die werkelijk geen grenzen kent.
Ten slotte: een lied.
Vijftig jaar geleden verongelukte onze juf - 22 jaar jong - uit de tweede klas van onze School met den Bijbel tijdens haar huwelijksreis op Schouwen-Duiveland. In de dagen erna leerde de juf van de derde klas ons het (wat mij betreft) mooiste lied van Hanna Lam aan. Dat lied was toen nog heel nieuw. En we vonden het prachtig! Het troostte ons echt, toen ineens voor ons als kinderen van zeven - acht jaar de dood zo heel dichtbij kwam. We zongen het bij de begrafenis van onze lieve juf. En nog altijd doet het me wat. Want zo’n gebeurtenis vergeet je nooit. Ik hoop dat het ook u wat doet!
Dit is het tweede couplet.
Nu ben je soms nog alleen. Nu moet je soms nog huilen.
En als je weg wilt schuilen, kun je haast nergens heen.
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw: de hemel en de aarde.
W. Lolkema