Overdenkingen

Hier verschijnt iedere maand de overdenking uit NieuwsBRON, het kerkblad van onze gemeente.

 

Overdenking

September 2013 - ds. A. van de Beld

Loslaten

 

‘Laat los en gij zult losgelaten worden…’ Lucas 6: 37 NBG

 

Als je bezig bent met afscheid nemen, betekent dat ook een proces van loslaten: loslaten van mensen met wie je nauw hebt samengewerkt en anderen met wie je veel hebt meegemaakt; loslaten van dingen waaraan je gehecht bent geraakt; loslaten van je werk wat je zoveel jaren met plezier en inzet hebt gedaan.

Loslaten is een heel wezenlijk iets in het leven. Steeds weer moeten we mensen en dingen en verwachtingen loslaten. En steeds weer merken we dat dat niet meevalt.

In de afgelopen weken kwam ik dit woord uit Lucas tegen. Het viel me natuurlijk op, omdat ik zelf in een loslatingsproces zit. En het prikkelde mijn nieuwsgierigheid, omdat het voor mij niet zo’n bekende tekst was. Ik ben toen nagegaan of het woord ‘loslaten’ veel voorkomt in de bijbel. Maar dat is niet het geval.

Het wordt vooral gebruikt als het over loslaten van een gevangene gaat. Het wordt bv. gebruikt in de bekende vraag van Pilatus aan het volk: ’Wie wilt u dat ik vrijlaat (of loslaat), Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’

Hoewel het woord ‘loslaten’ niet eens zoveel voorkomt, komt de gedachte van het loslaten wel in allerlei verbanden in de bijbel voor. Om een paar voorbeelden te noemen: al in een van de eerste hoofdstukken van de bijbel wordt over het huwelijk gezegd: ’zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw…’ Genesis 2: 24 NBV. En in hetzelfde bijbelboek lezen we over de opdracht van God aan Abram: ’verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je wijzen zal..’Genesis 12: 1 NBV En om nog een bekende tekst uit de evangeliën te noemen: in de gelijkenis van de verloren zoon vertelt Jezus dat de vader zijn zoon de vrijheid geeft om zijn eigen weg te gaan (dus: loslaat), ook al zal hij dat met pijn in zijn hart gedaan hebben.

Het zijn voor ons allemaal herkenbare situaties. En we weten ook dat veel problemen samenhangen met het feit dat we als mensen zo moeilijk loslaten.

Maar hoe zit het nu precies met de loslaat-tekst uit Lucas, een woord uit de mond van Jezus?

We weten allemaal dat woorden vaak duidelijk worden als je ze leest in hun verband. En dan horen we: oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden.

     Veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden

     Laat los en gij zult losgelaten worden

     Geeft en u zal gegeven worden.

Het eerste dat opvalt is dat wij iets moeten doen en dat ons vervolgens hetzelfde zal overkomen. Het is het effect dat wij ook kennen uit ons spreekwoord: ’wie goed doet, goed ontmoet..’ Maar met dat woordje ‘worden’ (een passieve vorm) wordt in de bijbel op een indirecte manier God zelf aangeduid. Dus: als jij mensen om je heen niet oordeelt, zal God jou niet oordelen. Het gaat dus over het oordeel van God over jouw leven. Het is dus gebod, nauw verbonden met een belofte.

Het tweede wat opvalt is dat de woorden die hier gebruikt worden uit de rechterlijk, juridische sfeer komen: oordelen, veroordelen, loslaten. De RK Willibrordvertaling laat die rechterlijke achtergrond van de woorden duidelijk doorklinken:

     Werp je niet op als rechter, dan zullen jullie niet berecht worden.

     Veroordeel niet, dan zullen jullie niet veroordeeld worden.

     Spreek vrij, dan zullen jullie vrijgesproken worden.

Van hieruit wordt onze tekst over loslaten wat duidelijker. Als een rechter iemand vrijsprak, dan werd die persoon losgelaten uit de gevangenis. Zo, zegt Jezus, moeten wij met ons medemensen omgaan: loslaten, vrijspreken, vergeven. En als we dat doen, dan is er de belofte dat God zo met ons zal omgaan.

Vanuit deze achtergrond van de tekst is het begrijpelijk dat de Nieuwe Bijbelvertaling heeft gekozen voor de vertaling: ‘vergeef, dan zal je vergeven worden..’ Want het gaat niet over hoe rechters moeten handelen, maar hoe wij met onze medemens omgaan. En we weten allemaal dat er een duidelijk verband is tussen ‘vergeven’ en ‘loslaten’. Wat kunnen mensen vastzitten in schuldgevoelens en in wrok. Wat kunnen we makkelijk ‘oude koeien uit de sloot halen’. We willen wel vergeven, maar nooit vergeten. Enz. Wat we dan moeten leren is: loslaten.

U ziet hoe leerzaam het is om één enkele Bijbeltekst eens wat nader te bekijken en ook de verschillende vertalingen te vergelijken.

Ik wens u en jullie allen veel sterkte toe in de loslatingsprocessen waarmee je te maken krijgt in je leven. Het is een opdracht, maar niet zonder een duidelijke belofte.

 

Ds. Arend van de Beld


 

Archief