Overdenkingen

Hier verschijnt iedere maand de overdenking uit NieuwsBRON, het kerkblad van onze gemeente.

 

Overdenking

Juni 2012 - ds. A. van de Beld

De bijzondere boodschap van Ezechiël

 

“Ik zag water onder de drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten… Het water werd zo hoog dat je er alleen in zwemmen kon, het was een ondoorwaadbare rivier.” Ezechiël 47:1, 5

 

In de tijd voor Pasen hebben we een aantal keren gelezen uit het boek Ezechiël. Het hoorde bij het 40-dagenproject  ‘Voor de verandering’. Ezechiël had de moeilijke taak om het volk Israël het oordeel aan te zeggen. Hij was een boeteprofeet, net als Johannes de Doper. Maar hij mocht gelukkig, net als Johannes, verwachtingsvol spreken over de toekomst. Het betekende dat er voor het volk Israël, na de donkere jaren van de ballingschap, een nieuw begin zou komen: terugkeer – een nieuwe, betrouwbare herder voor het volk – innerlijke vernieuwing. Het hoogtepunt van zijn hoopvolle boodschap is dat hij de bouw van een nieuwe tempel in Jeruzalem mag aankondigen: belofte over een stad en een heiligdom die op dat moment nog in puin liggen. Hij wijdt daar vele hoofdstukken aan: 40 t/m 48. Die tempel is er inderdaad gekomen in de tijd van Ezra en Nehemia – de Klaagmuur is het enige dat er van over is! Ezechiël mag bijzondere dingen zien van deze tempel, o.a. dat uit deze nieuwe tempel een beek zal stromen die heilzame invloed zal hebben op de omgeving tot aan de Dode Zee toe. Uiteraard is dat niet letterlijk bedoeld, maar het is wel een sprekend beeld van de Heilige Geest die in de toekomst in Jeruzalem zal worden uitgestort en een heilzame stroom van zegen zal veroorzaken.

 

Met Pinksteren stonden we stil bij dit bijzondere visioen van Ezechiël. En het is niet zo moeilijk om vanuit deze profetie de lijn door te trekken naar het evangelie. ‘Water’ is een beeld dat door Jezus zelf is gebruikt om het werk en de Persoon van de Heilige Geest aan te duiden. Als Hij tijdens het Loofhuttenfeest in Jeruzalem is, roept Hij: “Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken. Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft.” Hiermee doelde Jezus op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen. Johannes 7: 37-39. Opvallend is dat er iets verschuift in de beeldspraak. Ezechiël ziet dat het leven gevende water uit de tempel stroomt, het is een tempelbeek. Jezus zegt dat Hij Degene is die de Geest schenkt. Blijkbaar was de vervulling van het visioen dat Ezechiël zag niet mogelijk zonder de weg die Jezus eerst moest gaan. Met Pinksteren is dit visioen dat Ezechiël zag en dat Jezus voorziet van een nadere toelichting, in vervulling gegaan: vanuit de hemel stort Jezus de Geest uit over zijn leerlingen. En het begint in Jeruzalem vlak bij de tempel. Het verhaal dat Lucas erover vertelt in Handelingen 2 is vol overvloed en dynamiek. Het moet een geweldige ervaring zijn geweest. En toch was het nog maar een beginnetje! Want in het laatste hoofdstuk van de bijbel vertelt Johannes over het nieuwe Jeruzalem dat eens op de aarde zal neerdalen. Uit de troon van God en het Lam ontspringt een rivier die zo helder is als kristal. Aan die rivier staat een levensboom die twaalf vruchten geeft, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren brengen de volken genezing. Openbaring 22: 1,2.

 

Als je dat zo achter elkaar leest, Ezechiël 47, Handelingen 2, Openbaring 22, dan is het een en al nieuw leven, overvloed, heil en genezing. Mooi om te lezen, maar is het ook onze ervaring? Je vraagt je af wat er door die hoorders van Ezechiël is heengegaan toen zij die woorden over de tempelbeek hoorden. Konden ze zich erin verheugen en kregen ze nieuwe moed? En wat was ons gevoel toen we dit jaar met Pinksteren opnieuw Handelingen 2 lazen? Hadden we herkenning of juist niet? We geloven toch dat de rivier die Ezechiël in een visioen al mocht zien, is neergedaald en uitgestort op de discipelen. Maar Lucas is zo reëel om te vertellen dat die eerste leerlingen niet alleen enthousiasme ervaarden, maar ook verzet en lijden. Toch was die heilzame invloed van de Heilige Geest voor hen wel een realiteit, juist ook te midden van verzet en lijden. En door de eeuwen heen hebben leerlingen van Jezus daar iets van mogen ervaren. Niet altijd zo spectaculair, maar wel als een intense ervaring. En door de eeuwen heen is er ook om gebeden dat dat ook hier en nu voor ons herkenbaar en ervaarbaar zou zijn: “Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer.” In een bekend Opwekkingslied wordt letterlijk gebeden om een rivier: “Kom Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom Heil’ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard; vervullen…” (Opwekking 334). Een gewaagd gebed, maar ook teken van het sterke verlangen dat iets van die bijzondere kracht, waarover we in Handelingen lezen, ook onder ons merkbaar zal zijn. Ik hoop dat we persoonlijk en als gemeente iets mogen ervaren van al deze mooie woorden en beelden van profeten en apostelen.

 

Ds. Arend van de Beld


 

Archief