Overdenkingen

Hier verschijnt iedere maand de overdenking uit NieuwsBRON, het kerkblad van onze gemeente.

 

Overdenking

Januari 2012 - ds. A. van de Beld

Vaste Rots

 

“De HEER is een rots, Hij staat voor recht;

alles wat Hij doet is volmaakt.

Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,

in Hem is geen spoor van kwaad… “               

Deuteronomium 32: 4

 

 

Een van de liederen die vaak wordt opgegeven bij uitvaartdiensten is het lied ‘Vaste Rots van mijn behoud’. Een lied van Jacqueline van der Waals, dezelfde dichteres die ook ‘Wat de toekomst brenge moge’ maakte. Het lied is niet opgenomen in het liedboek maar is bij veel mensen toch in het geheugen gegrift en geliefd. Het geeft blijkbaar iets weer van de laatste zekerheid waar een mens op terugvalt als zijn of haar leven op een einde loopt. Het is opvallend dat in zulke situaties vaak eerder liederen genoemd worden dan bijbelteksten. Oude zondagschoolverzen, psalmen die uit het hoofd geleerd moesten worden voor school – ze zijn blijven hangen en hebben een plek gekregen in het hart.

 

Het beeld van God als Rots is een bijbels beeld. Op allerlei plaatsen in de bijbel komen we die beeldspraak tegen. Er zijn in de bijbel verschillende liederen te vinden waarin God als vaste Rots wordt bezongen. Je vindt het in het lied van Mozes (Deuternomium 32) en in het danklied van David (2 Samuël 22 en 23). Je kunt dus ‘Vaste Rots van mijn behoud’ een ‘oer-bijbels’ lied noemen. En het is niet alleen maar geschikt en bedoeld om te zingen en te overdenken rondom een sterven. Integendeel, het is juist heel mooi als je er iets van ervaart in de saaiheid of spanning of wederwaardigheden van het dagelijks leven.

 

Wat wordt met dit beeld over onze God gezegd? Het drukt vooral Zijn betrouwbaarheid uit, Zijn aanwezigheid als het erop aankomt, Zijn bevrijdend handelen in situaties die zo hard zijn als steen. De HEER onttrekt zich aan alle mogelijke religieuze fantasie en ‘verbeelding’ (denk aan het tweede gebod). Toch presenteert Hij zich op de beslissende momenten als een rots van betrouwbaarheid én als een steen van struikeling voor wie in arrogantie meent zijn eigen weg van onrecht te kunnen blijven gaan. Vanuit dit vertrouwen daagt Mozes in dit lied de goden der volkeren, die zich ook als ‘rots’ presenteren, twee keer uit om het tegen de HEER op te nemen (vers 31 en 37).

 

Ik hoop dat het ook uw/jullie ervaring is dat God, als het eropaan komt, ons laatste houvast, onze altijd beschikbare Bondgenoot is.

In deze maand zingen we als lied voor de dienst lied 189B uit de Evangelische Liedbundel. Het is een wat modernere versie van ‘Vaste Rots van mijn behoud’ en is gemaakt door Willem Barnard. Het verwoordt dezelfde motieven op een wat eigentijdser en ingetogener manier. Vooral het eerste couplet sprak mij erg aan: ‘Rots waaruit het leven welt…’ Het verwijst naar het bijzondere verhaal uit Exodus 17. Israël in de woestijn klaagt over het gebrek aan water en op wonderlijke wijze komt er water uit een rots. Dit soort ervaringen hebben gelovigen door de eeuwen heen geïnspireerd en op de been gehouden: een God die soms op een onverwachte manier een oplossing geeft of een nieuwe weg wijst. Zo heeft de dichter in dit eerste couplet weer een andere uitwerking van hetzelfde Rots-thema gegeven.

 

Ik wens u toe dat u in het komend jaar op die Rots mag bouwen en vertrouwen.

 

Ds. Arend  van de Beld


 

Archief